14 oktober 2022

Interview

Basisschool Pius X in Oss: hard op de inhoud, zacht op de relatie en daarom Klassewerkplek 2022!

Basisschool Pius X in Oss wordt geleid door Fréderique Welten-den Doop en Sandra van den Berkmortel. Twee heel verschillende karakters met dezelfde visie op onderwijs. Soms vereist een gezamenlijk standpunt enige discussie, maar dat zijn ze wel gewend op deze school. Ook het team heeft soms heftige inhoudelijke discussies. Voor buitenstaanders dan, want hier staan ze voor: niet praten over koetjes en kalfjes, maar een goed gesprek over de inhoud. Die discussies doen echter niks af aan de onderlinge relatie, want die is prima. Het team vertrouwt en steunt op elkaar. En dat maakt Pius X een fijne werkplek.

In een gesprek met de duo-schoolleiders praten we hoe het eraan toegaat op hun school en dat, ondanks alle issues in het onderwijs, wel eens vaker gezegd mag worden wat een mooi beroep het leraarschap is.

Fréderique en Sandra zijn 10 jaar geleden gezamenlijk begonnen in deze duobaan. In het begin was het wel een dingetje en kregen ze regelmatig de vraag: “Maar wat als jullie nu ruzie krijgen?”. “Dat gebeurt dus niet”, vertelt Sandra, “We zijn heel verschillend maar wel heel erg aan elkaar gewaagd. Wij ervaren heel veel kracht uit het samen doen en sparren. Het houdt ons scherp.”

Toen Fréderique en Sandra begonnen, was Pius X een frontaal, klassikaal en nogal gesloten gemeenschap. Samen met het team zijn ze gaan kijken wat goed was en behouden moest blijven, en wat beter kon. Allereerst werden de deuren van de klaslokalen geopend. Ouders werden vanaf dat moment welkom geheten bij de deur. De cultuur werd veel opener en transparanter, inclusief betere communicatie. “We hebben liever dat ouders tien keer te veel binnenkomen, dan één keer te weinig.”, vertelt Fréderique, “De sfeer is tegenwoordig een stuk warmer. Het is echt een gezellige buurtschool. Kinderen, ouders, teamleden en andere partners, samen zijn wij betrokken bij en verantwoordelijk voor de ontwikkeling van onze kinderen op de Pius X. We doen het echt met zijn allen”.

We hebben liever dat ouders tien keer te veel binnenkomen, dan één keer te weinig.

Ook het onderwijsconcept werd aangepast met het uitgangspunt: we kunnen alleen maar werken als we het samen doen. Daarom werken ze met vakadoptie en doen ze veel groepsoverstijgende activiteiten, om meer samen te werken en van elkaar te leren.

Dat samenwerken is belangrijk want er zijn van de 250 kinderen best een aantal gezinnen die het moeilijk hebben. Het team ziet het als hun taak om te zorgen dat de tijd die de kinderen op school doorbrengen, prettig is. In de loop der jaren hebben ze al heftige situaties meegemaakt. Onderling steunen ze elkaar hierin. Na schooltijd drinken ze samen een kop koffie om even te spuien, zodat hun hoofd zo leeg mogelijk is voordat ze naar huis gaan. Loopt het niet lekker met een leerling, dan wisselen collega’s wel eens van klas. Die onderlinge steun is de kracht van het team. Hun insteek is altijd positief: ze focussen zich op de talenten van kinderen, niet op hun beperkingen.

Wij gaan uit van de talenten en krachten dat ieder kind heeft. Niet van eventuele beperkingen.

Om het werkgeluk te vergroten, hebben ze vak- en werkgroepen opgericht. En het eigenaarschap teruggelegd bij de professional. Een leerkracht geeft óf spelling óf rekenen óf taal, en dat in verschillende groepen. Dit geeft minder werkdruk en zorgt dat ze dieper op de inhoud kunnen ingaan.

Verder vergaderen ze heel weinig en efficiënt, ook de MR en OR. Die activiteiten worden sowieso weggehaald bij leerkrachten. Zij moeten zich richten op hun corebusiness: goed lesgeven aan de kinderen. “De werkdruk wordt bij ons dan ook echt anders ervaren dan op andere scholen.”, volgens Fréderique, “ Natuurlijk hebben ze die nog wel. Voornamelijk als je veel leerlingen in je groep hebt die extra zorg nodig hebben, maar niet door organisatorische of administratieve zaken.

Het duoschap heeft veel voordelen, vinden beide vrouwen, zoals flexibiliteit. Zo werkt Sandra ook als expert op NT2 en taalachterstand binnen de stichting SAAM. Het duoschap vereist wel dat je goed met elkaar communiceert. In het begin wilde collega’s nog wel eens een vraag dubbel stellen om te toch een ‘ja’ te halen en waren dan verbaasd dat de andere schoolleider al op de hoogte was.

Ook de taakverdeling moet helder zijn. Sandra als Fréderique kennen elkaars sterke en zwakke punten. Ze weten inmiddels al snel wie wat oppakt. Hun werkwijze is vooral complementair: de een is vooral een conceptueel denker, de ander meer praktisch. Dat geldt ook voor hun kennisgebieden: de een focust meer op de bovenbouw, de ander op de onderbouw. “Open, eerlijkheid en vertrouwelijkheid is wel de basis van waaruit wij beiden werken. Naar het team maar ook naar elkaar toe. We vertrouwen elkaar blindelings. Als ik niet op school ben, dan denk ik geen seconde na over de beslissingen die Sandra op dat moment neemt. Onze kracht is dat we niet allebei de kapitein willen zijn.”, zegt Fréderique. Beiden zien het als hun rol om te ondersteunen wat de leerkrachten nodig hebben. Op zo’n manier dat leerkrachten hun autonomie pakken.

Een tip van Sandra voor andere schoolleiders is dan: “Zeg gewoon ja op vragen van leerkrachten. Als ze een idee hebben, dan is mijn insteek: doe maar gewoon. Laatst hadden we een leerkracht die naar een tentoonstelling wilde in Den Bosch omdat dat mooi aansloot bij haar geschiedenisles. Ze gingen met de trein. Voor sommige kinderen was dat de eerste keer. Naast het museum hebben ze de Sint Jan bezocht, waar ze toevallig iemand ontmoetten die hen van alles over de kerk kon vertellen. De kinderen kwamen borrelend en vol enthousiasme terug. Het is even geregel maar dit herinneren ze zich nog over 10 jaar. Die les geschiedenis op school waarschijnlijk niet. Daarmee geef je kinderen iets mee. Beteugel daarom je professionals niet in hun ideeën.”

Zeg gewoon 'ja' op vragen van leerkrachten.

Fréderique vertelt hoe blij ze was toen ze hoorde dat ze Klassewerkplek waren geworden “Ik dacht: “Zo dat heeft het team toch maar mooi voor elkaar!” Ik appte het iedereen maar kreeg geen reactie. Ze denken dan ‘doe maar gewoon normaal’. Iets te bescheiden misschien.’ Sandra is al even nuchter en vult aan dat ze het ook wel zat is dat er zoveel wordt gepraat over de problemen in het onderwijs: “Het is gewoon een supermooi beroep. Breng dat nou eens voor het voetlicht. Praat niet alleen over werkdruk of over achterstanden bij kinderen maar over hun ontwikkeling. En dan niet alleen op het gebied van taal en rekenen. Kinderen laten groeien in hun persoonlijke ontwikkeling, en daar een bijdrage aanleveren, dat is het mooiste wat er is!”

Om deze inhoud te bekijken, vragen we je akkoord te geven voor optionele cookies. Door op de knop hieronder te klikken, sta je alle cookies toe en wordt de inhoud direct geladen. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.