27 mei 2021
InterviewHoe OBS Anne Frank in Leiden in 2021 een Klassewerkplek werd!
OBS Anne Frank in Leiden heeft een roerige tijd achter de rug. Sinds dit schooljaar voert schoolleider Karin Landman een frisse teamgerichte koers, waarbij corona ook nog even het hoofd moest worden geboden. In al die turbulentie kwam deze school wel bovendrijven als een school waar het werkgeluk van leerkrachten inmiddels op hoog niveau is. Hoe hebben ze dat voor elkaar gekregen? We gaan snel in gesprek met schoolleider Karin!
Karin, van harte gefeliciteerd met jullie benoeming tot Klassewerkplek 2021!
Ja, dank je wel. We waren wel verrast. Zeker als je bedenkt waar we vandaan kwamen. Ik ben 1 augustus hier begonnen als directeur en de 5e schoolleider in 3 jaar. De leraren hadden dus een roerige tijd achter de rug en de organisatie was enigszins verwaarloosd. Daarom was het heel gaaf om te horen dat we Klassewerkplek zijn geworden!
We zijn in het afgelopen jaar ook echt vooruit gegaan in mijn gevoel en deze prijs onderschrijft dat. Ook de ouders zien en merken dat we goed bezig zijn en dat er rust heerst. Toen we het hoorden, hebben we het gelijk gevierd met taart en later, op vrijdag, nog eens met een uitgebreide borrel.
De benoeming tot Klassewerkplek geeft aan dat de leraren gelukkig zijn om op de Anne Frankschool te werken. Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?
Waar ik direct mee aan de gang ben gegaan, is: het samen, samen, samen. Met elkaar veel vieren, complimenten maken, praten, zaken opengooien en proberen de werkdruk om te zetten in werkplezier. Corona gooide roet in het eten dus aan de werkdruk moeten we nog meer werken, maar na driekwart jaar staat er nu wel een team met veel collegialiteit. Dat kwam ook naar voren uit het rapport. Daar word ik blij van. Er staat nu echt een team met mensen die er voor elkaar zijn en waarin iedereen durft te zeggen wat hij op zijn hart heeft. Dat gebeurt vaak ook met humor. Zo waren we vanmorgen bezig met de voorbereiding van Team op de kaart voor onze teamdag aanstaande dinsdag. Daarvoor vult iedereen vragen in en dan komen er karaktereigenschappen uit. Soms komt er dan iets uit waarvan de persoon in kwestie denkt dat dat niet klopt, maar dan durft een ander nu open te zeggen: “Ja, jij denkt dat dat niet klopt, maar…”. Dat gebeurt dan wel met humor en het mag nu ook gezegd worden.
We hebben het hier goed met elkaar en dat geeft een goede basis om door te gaan.
Als we aan het team vragen waarom jullie Klassewerkplek zijn geworden, wat zouden zij dan zeggen?
Als je de antwoorden leest in het rapport, dan komt dat echt door hoe we als team functioneren. Hoe je wordt opgevangen door je collega’s. Het is fijn dat als je een keer een mindere dag hebt, dat je dat kan delen met iemand. Dat helpt al. Ik functioneer zelf ook het beste in een omgeving waar iedereen gedreven is en de sfeer goed is. Ik streef ernaar die te creëren.
Ik wil toegankelijk zijn en betrokken bij alles wat er speelt in de school.
Ik vertel ook altijd als ouders hier komen dat we een heel fijn team hebben. Dat lijkt niet belangrijk maar het is essentieel voor de kinderen, omdat we juist door die samenwerking het onderwijs kunnen verbeteren. Als je als team niet samenwerkt, dan heb je individualisten die ieder voor hun eigen klas staan. Alleen door ervaringen en kennis uit te wisselen, help je het onderwijs verbeteren.
Ik krijg ook terug van degenen die hier hun LIO lopen, dat ze hier fouten mogen maken, dat ze vragen mogen stellen, dat ze worden meegenomen en dat bij iedereen de deur openstaat. Ze voelen zich echt onderdeel van het team. Het is één team en we doen het samen.
Werkgeluk hangt ook samen met jouw leiderschap. Hoe vul je dat in?
Onlangs noemde een collega-directeur zichzelf een dienende leider. Zo ver zou ik niet willen gaan, maar ik ga wel heel erg het gesprek aan met iedereen. Wat ik probeer, is altijd mijn deur open te stellen en te luisteren. Ik wil toegankelijk zijn en betrokken bij alles wat er speelt in de school.
Ik heb verteld over de stip die ik voor ogen heb en die we samen kunnen bereiken
We hebben elkaar allemaal nodig hebben als team en ik ben onderdeel van dat team. Mijn allergie is wij/zij denken. Ik hoor collega’s weleens zeggen: “…maar zij…” en dan denk ik: “Nee, niks wij/zij, als zij het niet gaan doen, dan ligt het ook aan mij.” Ik moet ervoor zorgen dat mijn leerkrachten goed les kunnen geven en zien wat de kinderen nodig hebben. In het begin heb ik dus vooral heel veel geluisterd en ben ik eerlijk geweest over de stand van zaken. Ik heb verteld over de stip die ik voor ogen heb en die we samen kunnen bereiken.
Wat is dat doel dat je in het afgelopen jaar voor ogen had met de school?
Ik wilde toewerken naar een school waar ieder kind zijn plek heeft, waar het voor kinderen en leerkrachten veilig is, waar je gehoord wordt en dat de kinderen uiteindelijk een brede rugzak mee de school uitnemen. Dat wil zeggen dat we goed onderwijs geven. Ze waren hier voor ik kwam alleen maar op cognitieve vakken gericht, terwijl de eindresultaten achterbleven. Ik ben heel erg bezig geweest om ook de creatieve ontwikkeling te stimuleren. Door creatieve vakken, maar ook binnen een cognitief vak als rekenen. Dat hoeft niet alleen uit boekjes. We doen nu bijvoorbeeld ook rekencircuitjes.
Ook de leesmethode hebben we veranderd. Dat ging niet gelijk heel makkelijk want een leraar gaf aan dat de nieuwe leesmethode niet in zijn rooster paste. Maar als ik ergens in geloof, dan sta ik er ook voor. Dus zijn we samen gaan kijken naar de leesresultaten en waarom lezen zo belangrijk is. Collega’s zijn proeflessen gaan geven en toen zij enthousiast waren, ben ik samen met die leraar gaan schuiven in zijn rooster om te kijken hoe we tijd konden maken. Daarna ben ik blijven vragen hoe het ging en nu is hij helemaal blij omdat de kinderen de nieuwe methode heel leuk vinden. En dan ben ik net zo blij als die leerkracht.
Waar wil je de komende tijd naartoe werken?
Nu het team staat en er rust is, wil ik kijken naar wat voor onderwijs onze kinderen nodig hebben.
Ons onderwijs is nog redelijk traditioneel klassikaal. Ik zie dat onze leraren heel hard werken maar ik wil meer autonomie voor de kinderen. Dat zij hard aan het werk gaan. Daarmee kunnen we ook de werkdruk voor de leerkrachten verlagen. Zij krijgen dan meer een coachende rol. Maar daarvoor moeten we elkaar eerst nog beter leren kennen. En ik ben nog zoekende wat we verder nodig hebben om op die manier les te kunnen geven.
Wat ik mooi vind, is dat ik nu al wel een leraar bezig zie met bewegend leren. Mede naar aanleiding van gesprekken die we hebben gehad. En ik stimuleer van harte dat ze dat gaat delen met collega’s.
Wat zijn je tips voor andere scholen die Klassewerkplek willen worden?
Het is vooral heel belangrijk dat je er bent voor je mensen. Dat je goed luistert naar wat ze nodig hebben en dat je je altijd beseft dat je werkt met mensen. Als iemand niet mee wil veranderen, dan zit daar altijd iets achter. Ga het gesprek aan om te achterhalen wat dat is. Vraag wat ze nodig hebben en benadruk dat verandering een leerproces is en dat het OK is om fouten te maken. Maar het allerbelangrijkste: heb er vooral lol in.
Om deze inhoud te bekijken, vragen we je akkoord te geven voor optionele cookies. Door op de knop hieronder te klikken, sta je alle cookies toe en wordt de inhoud direct geladen. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.